De groenten 

1. Was alle groenten grondig en laat ze uitlekken. 
2. Snij de courgette eerst in stukken van zo’n drie cm lang en verdeel ze vervolgens in vier gelijke partjes.
3. Snij de broccoli en bloemkool in roosjes. Snij de (ongepelde) zoete paprika in ringen, of in halve ringen als je een rode paprika gebruikt.
4. Verwijder het bladloof van de selder, breek het onderste deel van elke stengel af en verwijder de taaiste vezels uit de groente. Schil de stengels meet een dunschiller en snijd ze in stukjes van vier centimeter lang
5. Verzamel alle gesneden groentestukjes in een schaal en zet koel weg.

Tempurabeslag

1. Doe wat ijsblokjes in een schaaltje en schenk er koud water bij. Voeg de bloem en een snuifje zout toe.
2. Meng alles kort tot je een ijskoud en egaal papje krijgt.  

Bakken

1. Verhit de friteuse tot 175°C.  
2. Dip de groenten één voor één in het beslag en bak ze goudbruin in de hete frituurolie. Doe dit steeds in kleine hoeveelheden om te voorkomen dat de tempura aan elkaar gaat kleven. Haal ook het mandje uit de frituurolie zodat het deeg er niet aan blijft kleven.
3. Schik de tempura op een vel keukenpapier zodat de overtollige olie kan uitlekken.